Voormalig voetballer ds. Uitslag over zijn voetbalverleden en het EK. Met duizenden Oranjesupporters zit de 15-jarige Alwin in een Duits stadion. Het is spannend, want Nederland móét scoren tegen Ierland. Anders is het over en uit. Het doelpunt valt in de laatste minuten. Alwin juicht mee, daar op het EK van 1988. Nu, 24 jaar later, zit hij in zijn studeerkamer in Urk. Als dominee Uitslag. Terugkijkend op een jeugd die volledig in het teken stond van voetbal.Even aarzelt de christelijke gereformeerde predikant als hij het verzoek krijgt om te vertellen over zijn voetbalverleden. Hij houdt bewust afstand van die tijd. Gaandeweg het gesprek wordt duidelijk waarom. „Het blijft een zwakke plek. Als de Heere me niet bewaart, gaat mijn hart er zo weer in mee.” Hij kijkt naar de computer op zijn bureau. „Jongeren hebben het zwaar nu. Of ze willen of niet: het EK komt overal binnen. Even het nieuws op nos.nl kijken? Het eerste wat je ziet, is voetbal.”

Hard oordelen over jongeren die het EK volgen, doet de Urker predikant niet. Wel ziet hij de gevaren van de massale aandacht voor het toernooi. „Het is zo leeg. Stel dat Oranje wint, wat hebben ze dan? Binnen een paar maanden moet het team aan de slag voor een nieuw toernooi en beginnen ze weer bij nul. Maar ik begrijp dat jongeren het mooi vinden om met z’n allen een wedstrijd te kijken. Ik weet uit ervaring wat het is om kippenvel te krijgen van de sfeer.”

Spits
Als 6-jarig jongetje staat Alwin Uitslag al op de grasmat. Hij is een echte spits; doelpunten maken gaat hem gemakkelijk af. Dat blijft niet onopgemerkt en al snel speelt de jonge voetballer op hoog niveau. Als directe tegenstander komt hij zelfs oud-international Jaap Stam tegen. Profclub FC Zwolle toont interesse.

„Maar mijn ouders vonden een studie belangrijker”, blikt ds. Uitslag terug. „Ik ben mijn ouders daar nog altijd dankbaar voor.”

De opvoeding van Uitslag is niet die van een doorsneereformatorische jongere. Hij komt zeker niet elke week in de kerk. En op zondag draait alles om voetbal: Studio Sport kijken, Langs de lijn luisteren of aanwezig zijn op het voetbalveld of in het stadion.

Het geloof doet de jonge Uitslag niets. Totdat onder een kerkdienst de Heere uit Zijn Woord tot hem spreekt. Daarna is voetbal niet meer zoals het was. Een bepaald onbestemd gevoel komt in zijn hart. Een gevoel dat sterker wordt na de kampioenswedstrijd van Feyenoord in 1993 waarbij Uitslag aanwezig is. „’s Morgens was ik nog naar de kerk geweest, want het was Hemelvaartsdag of Pinksteren. Na de wedstrijd was er een gevoel in me dat zei: „Dit is niet goed. Je wilt bij God horen en ook de wereld vasthouden. Dat gaat niet samen.”

Enkel
De vraag of hij wel door mag gaan met voetballen, houdt Uitslag de hele zomer van 1994 bezig. Toch staat hij de eerste seizoenswedstrijd weer op de grasmat. In de derde minuut komt er een lange bal van achteruit, die de jonge aanvaller behendig aanneemt. De keeper komt op hem af, Uitslag scoort, maar breekt tegelijk zijn enkel. „Dat heb ik als een duidelijk antwoord van de Heere ervaren: je stopt nu met voetballen.”

In een stadion komt Uitslag niet meer, maar naar voetbal kijken doet hij nog wel. God brengt hem ook daar van af. „Als student had ik een televisie. Dat was niet vreemd, omdat we er thuis altijd één hebben gehad. Vlak voordat de competitie begon, ging mijn tuner kapot en ik had geen geld om een nieuwe te kopen. De Heere heeft me geleidelijk van het voetbal afgebracht. Zo werkt Hij trouwens vaker, al is een radicale breuk ook zeker mogelijk.”

Wat zijn uw grootste bezwaren tegen voetbal?
„Als je voetbal gaat ontleden, is er weinig mis mee. Een bal in het doel trappen is niet zondig. Het gaat echter om de geest van het spel. Om het altijd willen winnen, vaak ten koste van alles. Om het presteren, de verheerlijking van spelers, het feit dat de mens centraal staat. Daarnaast bestaan er haast godsdienstige rituelen rond het voetbal. Zelf had ik mijn rituelen. Eerst de ene sok aan, dan de andere. Altijd op dezelfde manier.”

Afgelopen donderdag Nederland–Duitsland gekeken; dat moet toch wel kunnen?
„Er is meer mis met een Europees kampioenschap dan je op het eerste gezicht zou denken. Voetbal is het middel geworden om samen één te zijn. Om samen één doel te hebben. Wat het eigenlijk zou moeten zijn, is de godsdienst. Voetbal heeft dus de plaats van de godsdienst ingenomen. Stel je daarom de vraag in hoeverre je mag genieten van iets wat zo’n antigodsdienstig karakter heeft. Probeer er vandaan te blijven, hoe sterk de verleiding ook is. En bid of koning voetbal in je hart verslagen mag worden door Koning Jezus. Benoem het concreet in je gebed. De Heere alleen kan je ervoor bewaren. Dat ervaar ik elke dag. En zeker in deze dagen.”